Het aandeel Spyker verdwijnt op 13 september
van de beurs. Dat is de laatste handelsdag en daarmee komt een einde aan ruim 9
jaar beursnotering. Een overzicht in twee delen van de
belangrijkste koersontwikkelingen van het aandeel Spyker en hoe dat afgleed tot
een pennystock.
De koersontwikkeling in de jaren 2004 tot en met 2007 is ruwweg te verdelen in 4 perioden (zie koersgrafiek): verlies in het jaar na de beursgang, stijging tot winst in 2006, koersval in 2007 en klein herstel in 2008.
Geen interesse
De naam Spyker verschijnt op 27 mei 2004 voor het eerst op het koersbord van Euronext Amsterdam. De uitgifteprijs van het aandeel Spyker is EUR 15,50, maar de eerste officiële koers is echter een kwartje lager met EUR 15,25. Publicitair is de beursgang een succes, financieel echter niet. Muller ziet in de notering zijn gelijk en een overwinning op de sceptici. ‘Vijf jaar geleden liepen er nog koeien op de plek waar nu ons pand staat. En iedereen maar beweren dat het niks zou worden. Dat het toch niet zou lukken, dure auto’s bouwen in Nederland. Ze hebben ongelijk gekregen’, zegt hij in zijn toespraak.
Eén van die sceptici is de Vereniging van Effectenbezitters (VEB). Toenmalig voorzitter Peter Paul de Vries vindt Spyker nog klein en kwetsbaar en vraagt zich af of een onderneming met EUR 900.000 omzet wel een plaats op de beurs verdient. Ook hekelt hij de vermeende deskundigheid van het management.
Belangrijk voor imagoman Muller is, dat de beursnotering ook een ‘kwaliteitsstempel’ op de jonge autofabrikant zet die de pioniersfase nauwelijks is ontgroeid. Voldoen aan de strenge eisen van de financiële autoriteiten zegt wat over de onderneming en vergroot de geloofwaardigheid richting klanten, leveranciers en financiers.
De beursgang levert Spyker EUR 12,8 miljoen
op, geld dat wordt gebruikt om een lening af te lossen en om verder te
expanderen. Topman Victor Muller schetst grote vooruitzichten voor Spyker en voorziet dat de productie en verkoop de daaropvolgende jaren flink zal toenemen.
Beleggers lijken echter niet echt geïnteresseerd in het aandeel Spyker en ABN Amro, de bank die de beursgang
begeleidt, laat het afweten om hen te interesseren. Dat blijkt onder meer uit
het feit dat de greenshoe niet wordt
uitgeoefend. Daarbij worden aandelen toegewezen aan beleggers die bij de eerste
inschrijving buiten de boot zijn gevallen, omdat de emissie door grote
belangstelling is overtekend. Daarvan is bij Spyker geen sprake. Het niet
uitoefenen van de greenshoe wordt in de financiële wereld gezien als een teken van gebrek aan succes. Als er voldoende
belangstelling was geweest voor de aandelen Spyker dan was de greenshoe
moeiteloos gevuld geweest.
In de eerste weken na de beursgang daalt de
koers gestaag. Juist in die periode mag van de begeleidende bank worden verwacht dat die de
handel bevordert met steunaankopen. Ingewijden stellen dat ABN Amro zijn handen
van Spyker heeft afgetrokken. Saillant detail: Spyker is de eerste beursgang
die ABN Amro begeleid na zijn fiasco met de beursgang van World Online. In 2004
en 2005 schommelt de koers van Spyker rond de EUR 10.00.
De beursgang is ook het definitieve breekpunt tussen Spyker-oprichters Victor Muller en Maarten de Bruijn. Waar Muller op die dag gretig poseert voor de camera’s en journalisten te woord staat, blijft De Bruijn vooral op de achtergrond. Hoewel Spyker het product is van ontwerper en techneut De Bruijn én geldschieter Muller, zijn ze die dag weinig echt samen te zien. Er is niet eens een foto waar ze samen op staan. Dan blijkt al dat beide mannen, die wat betreft karakter volstrekte tegenpolen zijn met de rustige De Bruijn en de dominante Muller, ieder een eigen kant op willen met het bedrijf. Waar De Bruijn vooral de auto verder wil perfectioneren en in kleine aantallen wil maken, wil Muller juist opschalen en wereldwijd groeien.
Winning mood
Het aandeel Spyker begint pas weer eind 2005 te klimmen. Het lijkt in die periode crescendo te gaan met de autofabrikant. Muller weet met het Arabisch-Britse Merchant Bridge en Arabische Mubadala twee nieuwe investeerders aan zich te binden die samen ruim EUR 14 miljoen vers kapitaal in Spyker stoppen. Ze doen dat door nieuwe aandelen op te nemen tegen een prijs boven de dan geldende beurskoers. Daar spreekt vertrouwen uit en dat zien andere beleggers ook. Dat Mubadala ook een belang in Ferrari heeft maakt het vertrouwen onder beleggers alleen maar groter.
De beursgang is ook het definitieve breekpunt tussen Spyker-oprichters Victor Muller en Maarten de Bruijn. Waar Muller op die dag gretig poseert voor de camera’s en journalisten te woord staat, blijft De Bruijn vooral op de achtergrond. Hoewel Spyker het product is van ontwerper en techneut De Bruijn én geldschieter Muller, zijn ze die dag weinig echt samen te zien. Er is niet eens een foto waar ze samen op staan. Dan blijkt al dat beide mannen, die wat betreft karakter volstrekte tegenpolen zijn met de rustige De Bruijn en de dominante Muller, ieder een eigen kant op willen met het bedrijf. Waar De Bruijn vooral de auto verder wil perfectioneren en in kleine aantallen wil maken, wil Muller juist opschalen en wereldwijd groeien.
Winning mood
Het aandeel Spyker begint pas weer eind 2005 te klimmen. Het lijkt in die periode crescendo te gaan met de autofabrikant. Muller weet met het Arabisch-Britse Merchant Bridge en Arabische Mubadala twee nieuwe investeerders aan zich te binden die samen ruim EUR 14 miljoen vers kapitaal in Spyker stoppen. Ze doen dat door nieuwe aandelen op te nemen tegen een prijs boven de dan geldende beurskoers. Daar spreekt vertrouwen uit en dat zien andere beleggers ook. Dat Mubadala ook een belang in Ferrari heeft maakt het vertrouwen onder beleggers alleen maar groter.
Wereldwijd groeit het dealernetwerk en Spyker
meldt oplopende productie- en verkoopaantallen. Het sluit een deal met de
Duitse carrossier Karmann voor productie van 350 chassis en carrosserieën voor de Spyker-modellen C8 Spyder en C8 Laviolette. Ook introduceert
Muller nieuwe modellen zoals de C12 en de D12 Peking-to-Paris.
Er komt dan echter ook steeds meer twijfel bij
beleggers, analisten en journalisten over de juistheid van de productie- en
verkoopcijfers. Er is onduidelijkheid over hoeveel gemaakte auto’s daadwerkelijk
zijn verkocht.
In de eerste helft van 2006 is het aandeel door alle positieve berichten geklommen tot rond de EUR 22.00. De hoogste notering ooit, zal later blijken. Daarna zakt de koers wel weer terug tot het niveau van de introductieprijs. Eind augustus van dat jaar komt Spyker met een persbericht waarin het bevestigt dat het in de Formule 1 wil stappen en onderhandelingen voert met Midland F1. Spyker overweegt de overname te financieren met de uitgifte van aandelen. Beleggers zijn niet overtuigd van Mullers plannen en het aandeel Spyker zakt van EUR 17,40 naar EUR 16,90.
Door de overname van Midland F1 te financieren
met het uitgeven van nieuwe aandelen verdubbelt het aantal uitstaande aandelen
van bijna 3,8 miljoen naar 6,5 miljoen. De bestaande aandeelhouders krijgen een
verwatering van hun belang van 40 procent voor de kiezen.
Als Spyker de overname op 10 september 2006 officieel bekend maakt komen beleggers in de winning mood. Het aandeel Spyker opent die dag 5,3 procent hoger en sluit op EUR 16,92. En als op 27 september de aandeelhouders voor de overname stemmen krijgt de koers nog een impuls en klimt het aandeel in twee dagen van EUR 17,50 naar EUR 17,90. Hoewel de financiële problemen bij Spyker in 2006 al groot zijn en door het Formule 1-team alleen maar groter worden, wat bij beleggers niet algemeen bekend is, zit het aandeel in de lift en verkeert in de regionen van EUR 20,00.
Als Spyker de overname op 10 september 2006 officieel bekend maakt komen beleggers in de winning mood. Het aandeel Spyker opent die dag 5,3 procent hoger en sluit op EUR 16,92. En als op 27 september de aandeelhouders voor de overname stemmen krijgt de koers nog een impuls en klimt het aandeel in twee dagen van EUR 17,50 naar EUR 17,90. Hoewel de financiële problemen bij Spyker in 2006 al groot zijn en door het Formule 1-team alleen maar groter worden, wat bij beleggers niet algemeen bekend is, zit het aandeel in de lift en verkeert in de regionen van EUR 20,00.
Kantelpunt
Een belangrijk kantelpunt voor de koers van Spyker is begin maart 2007. Als een toeleverancier in de media vraagtekens zet bij Spyker’s productie- en verkoopcijfers slaat de positieve beeldvorming bij beleggers, publiek en media om. Er volgt een serie negatieve publicaties.
De eerste zet naar een ongekende koersdaling die Spyker nooit meer te boven zal komen is de verkoop door Go Capital van een deel van zijn aandelen Spyker op 8 maart. Het hedge fonds heeft een belang van iets meer dan 5 procent in de sportwagenbouwer. Fondsmanager Frans van Schaik geeft geen reden voor de verkoop. De koers van het aandeel Spyker keldert met 6 procent en sluit uiteindelijk op EUR 18,60. Het aandeel Spyker staat tot die tijd sinds medio januari 2007 stabiel op een koers rond de EUR 20.
De alarmbellen bij beleggers rinkelen opnieuw als Spyker voorjaar 2007 zijn jaarverslag over 2006 publiceert. In het verslag plaatst Spyker’s nieuwe accountant Ernst & Young een waarschuwing bij de cijfers, de zogenaamde emphasis of matter, die een stuk scherper is dan de woorden van accountant Deloitte het jaar ervoor. ‘De negatieve resultaten en negatieve kasstroom van de afgelopen jaren indiceren materiele onzekerheid die significante twijfel kan geven over het voortbestaan van te bedrijf.’ De koers van het aandeel Spyker kiepert 5 procent omlaag naar EUR 17,50.
Beleggers leven op dat moment tussen hoop en
vrees, maar de genadeklap komt als De Telegraaf op 24 april 2007 de hand weet
te leggen op een explosieve fax. Leverancier Karmann heeft genoeg van de
slechte betalingsmoraal van Spyker en sommeert de rekening van EUR 3,2 miljoen
te betalen met dreiging van juridische stappen. Spyker probeert dit slechte te
nieuws te downplayen, maar beleggers
schrikken van de betaalachterstand en de koers glijdt verder naar beneden. In
twee dagen van EUR 15,80 naar EUR 15,40.
Spyker’s trading update over het eerste kwartaal van 2007 is een opsomming van slecht nieuws. De onderneming meldt naast de dringende behoefte aan geld dat de autoproductie noodgedwongen stil ligt. Het aandeel gaat 7,3 procent onderuit en eindigt op EUR 14,46. Door alle negatieve berichtgeving verkeert Spyker aan de beurs in een vrije val.
Spyker’s trading update over het eerste kwartaal van 2007 is een opsomming van slecht nieuws. De onderneming meldt naast de dringende behoefte aan geld dat de autoproductie noodgedwongen stil ligt. Het aandeel gaat 7,3 procent onderuit en eindigt op EUR 14,46. Door alle negatieve berichtgeving verkeert Spyker aan de beurs in een vrije val.
Als het Algemeen Dagblad op 28 augustus 2007 schrijft dat schuldeisers het
faillissement van Spyker hebben aangevraagd daalt het aandeel verder met 12
procent tot EUR 4,90. Het bericht blijkt niet te kloppen en de Autoriteit
Financiële Markten (AFM) draait na onderzoek de handel in het aandeel Spyker terug.
Maar dergelijke berichten brengen het aandeel Spyker niet in rustig vaarwater
en het zet zijn daling voort.
Begin september wordt dan ook nog bekend dat de AFM wil, dat Spyker zijn jaarrekening over het afgelopen jaar herziet. De toezichthouder heeft twijfels of de financiële verslaggeving over 2006 voldoet aan de boekhoudregels. Ook dit bericht doet de koers geen goed.
Ondertussen wordt duidelijk dat een eigen Formule 1-raceteam voor Spyker niet langer houdbaar is. Aandeelhouders stemmen op 29 oktober 2007 voor verkoop en 7 dagen later is het team definitief verkocht.
Licht herstel
Het ‘annus horribilis’ zoals Muller het jaar 2007 noemt eindigt toch enigszins positief voor Spyker. De Ondernemingskamer stelt de AFM in het ongelijk en Spyker hoeft zijn jaarverslag 2006 niet te herzien. Aan het einde van het jaar tovert Muller met de jonge Russische bankier Vladimir Antonov een nieuwe redder van Spyker uit zijn hoge hoed. Hij is bereid een pakket nieuwe aandelen te kopen en leningen te verstrekken voor samen EUR 34,5 miljoen.
Spyker laat de aandelendrukpers weer flink draaien zodat Antonov een belang van 30 procent in Spyker verwerft. De verwatering is nadelig voor de bestaande aandeelhouders, maar Spyker heeft weer lucht. De koers van het aandeel Spyker reageert positief, maar beweegt zich dan onder de EUR 5,00 en is geen schim meer van wat het een jaar daarvoor nog was.
Lees ook deel 2: de periode 2008 tot en met heden met daarin het effect van de overname en het faillissement van Saab op de aandelenkoers van Spyker.
Begin september wordt dan ook nog bekend dat de AFM wil, dat Spyker zijn jaarrekening over het afgelopen jaar herziet. De toezichthouder heeft twijfels of de financiële verslaggeving over 2006 voldoet aan de boekhoudregels. Ook dit bericht doet de koers geen goed.
Ondertussen wordt duidelijk dat een eigen Formule 1-raceteam voor Spyker niet langer houdbaar is. Aandeelhouders stemmen op 29 oktober 2007 voor verkoop en 7 dagen later is het team definitief verkocht.
Licht herstel
Het ‘annus horribilis’ zoals Muller het jaar 2007 noemt eindigt toch enigszins positief voor Spyker. De Ondernemingskamer stelt de AFM in het ongelijk en Spyker hoeft zijn jaarverslag 2006 niet te herzien. Aan het einde van het jaar tovert Muller met de jonge Russische bankier Vladimir Antonov een nieuwe redder van Spyker uit zijn hoge hoed. Hij is bereid een pakket nieuwe aandelen te kopen en leningen te verstrekken voor samen EUR 34,5 miljoen.
Spyker laat de aandelendrukpers weer flink draaien zodat Antonov een belang van 30 procent in Spyker verwerft. De verwatering is nadelig voor de bestaande aandeelhouders, maar Spyker heeft weer lucht. De koers van het aandeel Spyker reageert positief, maar beweegt zich dan onder de EUR 5,00 en is geen schim meer van wat het een jaar daarvoor nog was.
Lees ook deel 2: de periode 2008 tot en met heden met daarin het effect van de overname en het faillissement van Saab op de aandelenkoers van Spyker.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten