donderdag 22 november 2012

Saab over de kop

Vandaag verschijnt ons boek 'Saab over de kop. De nederlaag van Victor Muller'. Hieronder staat een korte introductie en als speciale toegift het 'Woord vooraf'.

Met zijn kleine sportwagenfabriek Spyker neemt Victor Muller begin 2010 Saab over. Het is Muller als dealmaker bij uitstek. Slim combinerend past hij de diverse puzzelstukjes in elkaar. Het personeel van Saab onthaalt hem als een ware held. Een jaar later valt er echter weinig meer te juichen. Het opstarten van de autofabriek wordt onderschat. Daardoor rollen er te weinig Saabs van de band om te verkopen. Dat leidt al snel tot een nijpend geldgebrek. Leveranciers worden te laat betaald, personeel moet wachten op salaris en de autoproductie valt stil. Dat is het begin van een maandenlange doodsstrijd van het roemruchte Zweedse merk. Die wordt gekenmerkt door tegenstrijdige belangen en culmineert in onderling wantrouwen. Uiteindelijk rest Muller niets anders dan het faillissement van Saab aan te vragen. Het is een zware nederlaag voor de flamboyante entrepreneur die Spykers motto Nulla tenaci invia est via (Voor de aanhouder is geen weg onbegaanbaar) tot zijn lijfspreuk heeft gemaakt. Muller is terug bij af en de overlevingskunstenaar gaat noodgedwongen  verder met Spyker.

Robert van den Oever (1972), reporter bij Dow Jones Newswires en The Wall Street Journal, en Maarten van der Pas (1972), financial markets editor bij Morningstar, volgen Spyker en Victor Muller al jaren op de voet. In 2009 publiceerden ze Spyker. Een dollemansrit over de turbulente eerste jaren van de Nederlandse sportwagenbouwer en zijn markante oprichter. De auteurs zijn financieel-economisch journalist én autoliefhebber. Samen schrijven ze over auto’s en autosport voor onder meer FD Persoonlijk en autoblog.nl.


Woord vooraf

‘Wij volgen Spyker al sinds de heroprichting in 2000, en de lotgevallen in de afgelopen negen jaar brengen ons tot het oordeel dat het in 2009 echt moet gaan gebeuren. Als het nu niet lukt om op eigen benen te staan met behulp van de nieuwe modellen, lijkt het einde onvermijdelijk.’
     Dat concludeerden wij augustus 2009 in het voorwoord van ons boek Spyker. Een dollemansrit. Daarin reconstrueren we de enerverende weg die Spyker sinds de oprichting in 2000 had afgelegd. De sportwagenbouwer had een mislukte vlucht naar voren achter de rug met een eigen Formule 1-raceteam. Topman Victor Muller vond in de jonge Russische bankier Vladimir Antonov weer een nieuwe financier die tientallen miljoenen euro’s in de onderneming stopte en daarmee Spyker in leven hield. Spyker moest maar eens op eigen kracht zijn levensvatbaarheid en winstgevendheid laten zien, vonden wij. We konden niet vermoeden dat Spyker kort daarna aan een overname van Saab zou beginnen.

Het is typisch Victor Muller, stellen wij vast als de kleine Nederlandse sportwagenbouwer de veel grotere Zweedse autoproducent inlijft. Entrepreneur Muller heeft Spykers motto ‘Nulla tenaci invia est via’ tot zijn lijfspreuk gemaakt: Voor de aanhouder is geen weg onbegaanbaar. Muller is een dealmaker pur sang, hij weet zaken goed te analyseren en te combineren, ziet mogelijkheden waar anderen die niet zien en gaat door waar menigeen allang zou zijn opgehouden. Daarom slaagt hij erin om onder moeilijke omstandigheden Saab binnen te halen.
     Wij waren benieuwd naar de haalbaarheid van de plannen om Saab er weer bovenop te helpen. Want Spyker had in zijn tienjarige bestaan nog niet één keer winst geboekt. En Saab had zijn beste tijd, waarin meer dan honderdduizend auto’s per jaar uit de fabriek rolden, ver achter zich. Saab overnemen was één, maar er een gezonde autofabrikant van maken was twee. Dat zou veel tijd en geld gaan kosten, zaken die Spyker niet had.
     Deze overwegingen vertellen we niet alleen hier. We worden sinds Dollemansrit door Nederlandse en Zweedse media regelmatig gevraagd om de ontwikkelingen bij Spyker en Saab toe te lichten.

Het drama dat zich in 2010 en 2011 bij Saab voltrekt en waarbij mooie bedrijfsplannen al snel overgaan in een scenario van nijpend geldgebrek en een zoektocht naar financieel draagkrachtige redders, bezorgt ons regelmatig een déjà vu. We kennen de geschiedenis van Spyker en daarom zien we opmerkelijke parallellen tussen de overname van Saab en die van het Formule 1-team van Midland in 2006: het is eenzelfde vlucht naar voren. Er is een fikse kloof tussen verwachtingen en aannames aan de ene, en de weerbarstige werkelijkheid aan de andere kant. De wijze waarop Muller de zaak probeert te redden als het uit de hand loopt, is herkenbaar. Zijn charisma, overtuiging, zijn vermogen om snel te schakelen en onvermogen om met kritiek om te gaan, zien we regelmatig terug.
     Victor Muller is een ware overlevingskunstenaar. Telkens als het voortbestaan van Spyker en later Saab aan een zijden draadje hangt, komt hij toch weer met een oplossing. Dat is zijn kracht en zijn zwakte. Hij is een opportunistische zakenman die letterlijk de opportuniteit pakt. Daarbij lost hij problemen pas op als ze zich aandienen. Is de financiering van een deal nog niet volledig rond, dan ziet hij op het moment dat het echt nodig is pas waar geld vandaan komt. Er is altijd wel een oplossing, redeneert Muller, en niet zelden komt die uit onverwachte hoek. Bij Saab lijkt hij het weer te flikken, maar lijdt uiteindelijk een nederlaag.
     Muller moet tot het uiterste gaan, want hij onderneemt met Spyker en Saab niet alleen als autoliefhebber, maar vooral als investeerder. Hij investeert door de jaren heen miljoenen euro’s privévermogen in het beursgenoteerde Spyker. Zijn doel is de autofabriek en het merk uit te bouwen, in waarde te laten stijgen en er dan op een goed moment uit te stappen en zijn winst te pakken. Maar dat moment is nooit gekomen. Zijn vermogen zit vast in Spyker. Saab had moeten bijdragen aan de waardecreatie die hij met Spyker voor ogen heeft, maar in plaats daarvan leidde het faillissement van Saab tot miljoenen verlies voor Muller. Doorgaan met Spyker is de enige optie om te voorkomen dat hij alles kwijtraakt.

De hoofdrol in dit boek is voor Victor Muller, met in een goede bijrol Vladimir Antonov. Van hem komt het idee om Saab over te nemen, maar de bankier en investeerder lijkt niet los te komen van verdachtmakingen van witwassen en criminele banden. Hij moet zelfs zijn relatie met Spyker opgeven om de overname van Saab te laten slagen. Als hij later weer wil meedoen met Saab, wordt hij categorisch geweigerd.
     Kleinere rollen zijn weggelegd voor Jan Åke Jonsson, de bescheiden topman van Saab die moegestreden het strijdtoneel verlaat, voor bewindvoerder Guy Lofalk, en voor de Chinese selfmade zakenlieden Pang Qinghua en Pang Qingnian, die als redders van Saab opduiken.

In dit boek reconstrueren wij hoe Spyker Saab kon overnemen en waarom het Zweedse automerk binnen twee jaar failliet ging. De mislukte reddingspoging van Saab krijgt de meeste aandacht, maar de stap vooraf is zeker zo interessant: hoe kon Saab al zo snel na de overname in de problemen komen? Achteraf ‘zie je wel’ concluderen bij het faillissement vinden we te gemakkelijk. We gaan ook na of de overname überhaupt kans van slagen had.
     Victor Muller en Spyker zijn de leidraad in dit boek. Wij zijn geen Saab-adepten, maar we vinden de geschiedenis van Spyker een boeiend verhaal. Victor Muller is een fenomeen, een ondernemer met lef. Zijn sportwagenmerk is een aaneenschakeling van beloften, niet-waargemaakte verwachtingen, kritiek, bewondering, miskenning en hoop. Spyker is emotie.
     Saab is ook emotie, maar meer voor Zweden dan voor Nederlanders. Saab is net zo Zweeds als Ikea, de säkerhets tändstickor van Zwaluw en Abba. Het is opvallend dat de redding van Saab een nationale kwestie wordt, hoewel het met 3500 medewerkers een relatief kleine onderneming is. Volvo is een veel groter Zweeds automerk, maar het brengt veel minder teweeg. ‘Saab is Saab, and Volvo is, well, just a car,’ verwoordt een van onze bronnen treffend.
     Nederland is een echt Saab-land. Kijk op de snelweg om je heen en je ziet veel Saabs rijden. Recente modellen, maar ook veel klassiekers. De Saab 900 cabrio bereikte in ons land in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw een cultstatus. Die moest je rijden als je het zakelijk had gemaakt. Maar ook als intellectueel, jurist, arts of artistiekeling. Saab was een aparte auto voor apart volk, wordt gezegd. Je reed Saab als je je wilde onderscheiden. Daarbij trekken puristen een scherpe scheidslijn bij de overname van Saab door General Motors (GM). Vanaf dat moment zien de liefhebbers het merk steeds meer unieke karakteristieken verliezen. Saab was Saab niet meer. Victor Muller wilde Saab zijn dna weer teruggeven, maar hij heeft daar de tijd niet voor gehad.

De hoofdpersoon hebben we voor ons boek niet gesproken. Toen we hem benaderden leek Muller aanvankelijk een opening te bieden. Hij mailde in juni dat hij nog niet zover was om over Saab te praten, maar stelde voor om nog een keer contact op te nemen als wij verder waren met ons onderzoek, om de situatie dan opnieuw te bezien. In augustus belden we hem. Muller zei dat hij geen ‘benefit’ zag in medewerking: ‘Ik heb toch geen invloed op de inhoud.’ Hij vertelde bezig te zijn met zijn eigen onderzoek en stelde dat er nog veel boven water te halen viel. ‘Als er een boek komt, dan schrijf ik dat zelf.’ Dat het faillissement van Saab inmiddels onder de rechter is in een zaak die Spyker tegen GM heeft aangespannen, kan ook hebben meegespeeld bij Mullers besluit om ons niet te woord te staan.
     Bij eerdere gelegenheden vertelde Muller dat hij diverse aanbiedingen had gekregen om een boek te schrijven, maar dat hij daarvan afzag omdat het te tijdrovend was en hij geen zin had om de twee jaar met Saab opnieuw te beleven. ‘Het was een hel.’

Spyker en zijn oprichter Victor Muller zijn terug bij af. Muller heeft met Pang Qingnian van de Chinese bus- en autofabrikant Youngman weer een investeerder gevonden die de benodigde euro’s beschikbaar stelt om de onderneming op zijn minst enkele jaren in leven te houden. Muller heeft alweer de eerste vergezichten voor de onderneming en de toekomstige winst geschetst.
     Wij kunnen nu vrijwel hetzelfde zeggen als in ons vorige boek: als het Spyker de komende jaren niet lukt om met de nieuwe modellen C8 Aileron en D8 Peking-to-Paris op eigen benen te staan, is het einde onvermijdelijk. Maar wie weet komt Victor Muller wel opnieuw met een vlucht naar voren om zijn geliefde Spyker te laten uitgroeien tot wat hij het wil laten zijn.