Het is – toch – een stuk Nederlandse autosporthistorie, de Spyker C8 Double 12 R die in 2003 deelnam aan de 12 Uur van Sebring en de 24 Uur van Le Mans. Hij is te zien op klassiekerbeurs Interclassics in Maastricht die tot en met zondag plaatsvindt. Na jaren stilstaan in een loods wordt hij nu weer tot leven gewekt door de nieuwe eigenaar.
De Spyker C8 Double 12R wordt momenteel gerestaureerd door RaceArt in Maastricht. Die wil hem weer rijdend maken, want na de finish op Le Mans in 2003 heeft de auto bijna altijd stilgestaan, op wat testwerk na. En dat valt nog niet mee, want de auto is niet meer helemaal compleet. RaceArt heeft de auto recentelijk direct van Spyker gekocht. De sportwagenfabrikant in ruste leverde er een losse door Mader getunede BMW V8-motor bij in de specs zoals destijds in 2003 ook gebruikt is.
Veel van de elektronica en andere onderdelen ontbraken. Dat is niet vreemd, want een raceauto is work in progress. De auto is ‘gekannibaliseerd’, dat wil zeggen dat onderdelen weer in latere auto’s zijn gebruikt. Daarmee was Spyker geen uitzondering.
Oud-Spykermonteurs
Bij RaceArt doen ze er alles aan om de auto weer zo origineel mogelijk op te bouwen, vertelt Marwin Moonen van het Maastrichtse bedrijf dat de auto op de beursvloer showt. Dus met zoveel mogelijk Spyker-onderdelen, al zijn die bijzonder lastig te krijgen nu Spyker al een tijd feitelijk niet meer actief is. Wel denken oud-Spyker medewerkers die destijds aan de auto hebben gewerkt mee met de restauratie.
Moonen kreeg van een Spyker-monteur foto’s en filmpjes van hoe de C8 Double 12R ruim 15 jaar geleden is gebouwd. Ook hoort hij van Spyker-medewerkers die nog onderdelen hebben. Moonen hoort van ook verhalen over wat ze toen allemaal geprobeerd hebben om de auto sneller te maken.
Omdat ontwerptekeningen niet voorhanden zijn en onderdelen ontbreken, is de restauratie een behoorlijke puzzel. Er zat bijvoorbeeld geen ECU bij die het motormanagement aanstuurt. Een nieuwe ECU kopen heeft geen zin, want die specificaties komen niet overeen met wat de Spyker-motor nodig heeft. Dus zoekt RaceArt naarstig verder naar eentje uit de juiste periode.
Keuringsstickers
De originaliteit van de C8 Double 12R blijkt vooral uit dat de carrosserie nog alle sporen van de strijd op Le Mans draagt: volop krassen, butsen en barsten in de lak. En zo hoort het op een raceauto die de loodzware beproeving op het circuit de la Sarthe heeft doorstaan.
Het belangrijkste bewijs van originaliteit zijn de stickers van de ACO die de Spyker na de technische keuring op Le Mans heeft ontvangen. De keuringssticker op de rollbar zal als doorslaggevend bewijs van authenticiteit altijd bij deze auto blijven.
Nederlandse vlag
Deze Spyker Double 12 R met startnummer 85 is in 2003 aan de finish gekomen op Le Mans, met Hans Hugenholtz aan het stuur die trots de Nederlandse vlag uit het raampje hield bij het passeren van de eindstreep. Voor Spyker en eigenlijk voor de hele Nederlandse autosport was dat een markant moment. Het kleine en nog jonge Spyker flikte het toch maar om in ’s werelds zwaarste endurance race te mogen starten én hem uit te rijden.
Overigens werd de Spyker niet geclassificeerd in de einduitslag, omdat de nummer 85 te weinig ronden had afgelegd in vergelijking met de winnaar. Dat kwam omdat de auto vaak en lang in de pits stond om technisch malheur op te lossen. Vooral de versnellingsbak had het zwaar. Ze hebben wel zeven keer de bak gewisseld, vertelt Marwin Moonen. Zodra een versnellingsbak was vervangen werd de oude in de pit meteen gereviseerd, zodat deze een paar uur later weer gemonteerd kon worden en dan werd de bak die eruit kwam weer aangepakt.
Niet uitontwikkeld
De oorzaak van de technische problemen op Le Mans was dat de C8 Double 12R niet goed was uitontwikkeld toen Spyker aan het race-avontuur begon. De racewagen werd ontwikkeld door Hans Reiter van Reiter Engineering en die bouwde op de Spyker-basis allemaal race-onderdelen in die hij op de plank had liggen. Zo kwam er een versnellingbak aan het Mader-BMW-blok te hangen die van Porsche afkomstig was. Die paste eerst niet, maar op zijn kop wel. Na aanpassing van smering en koeling werd het zo opgelost, maar ideaal was het allemaal niet.
Wat de coureurs ook niet hielp, was dat de aluminium carrosserie de hitte van de motor door de hele auto geleidde. Zodoende werden zelfs de pedalen gloeiend heet en stapte Tom Coronel tot zijn eigen verbazing met halfverbrande voetzolen uit de auto, zo wil de anekdote.
Marwin Moonen en zijn collega’s van RaceArt zijn maar wat trots dat ze dit unieke stuk Nederlandse racehistorie hebben weten te bemachtigen. De C8 Double 12R is te koop, maar is nog zeker niet af. Een motorblok zit er momenteel niet in. Dat wordt gereviseerd en opnieuw opgebouwd. Het rollend gedeelte van wielophanging is wel al gereed. En uiteraard blijft de carrosserie onaangeroerd, met alle patina dat erop zit.
Dit artikel verscheen eerder op www.autoblog.nl.